De Amerikaanse aandelenindices lieten vrijdag een gemengd beeld zien, doordat beleggers zich opnieuw zorgen maakten over technologieaandelen, met name bedrijven die zich bezighouden met kunstmatige intelligentie.
Dit volgde op teleurstellende winstcijfers van zowel Oracle als Broadcom, die wezen op een vertraging in het genereren van rendement op hun enorme investeringen in kunstmatige intelligentie, waardoor de vrees voor overgewaardeerde bedrijven in de sector weer oplaaide.
De Federal Reserve heeft woensdag besloten de referentierente met een kwart procentpunt te verlagen, waardoor deze nu tussen de 3,5% en 3,75% ligt.
De maatregel ging echter gepaard met waarschuwingssignalen over het toekomstige koers van het monetaire beleid en leidde tot drie tegenstemmen van leden van het Federal Open Market Committee, iets wat sinds september 2019 niet meer was voorgekomen.
Tijdens een persconferentie na de beslissing zei Fed-voorzitter Jerome Powell dat de inflatie "enigszins hoog" blijft als gevolg van de importheffingen, en hij sprak de hoop uit dat de komende economische cijfers meer duidelijkheid zullen verschaffen.
Tijdens de handel steeg de Dow Jones Industrial Average met 0,2%, oftewel 108 punten, naar 48.816 punten om 15:03 GMT, terwijl de bredere S&P 500-index met 0,3%, oftewel 21 punten, daalde naar 6.880 punten en de Nasdaq Composite met 0,61%, oftewel 137 punten, daalde naar 23.455 punten.